Videoles bij 3.2 |
Lees in je boek §3.2 en/of bekijk hieronder de video. Beantwoord vervolgens de verwerkingsvragen.
Verwerkingsvragen
1) De resultante van twee tegengesteld gerichte krachten:
is altijd 0
is kleiner dan de kleinste kracht
zit altijd tussen de kleinste en de grootste kracht in
is kleiner dan de grootste kracht
2) Als er twee krachten op een voorwerp werken die even groot zijn, maar niet tegengesteld gericht zijn, is de resultante kracht:
altijd 0
kleiner dan de krachten los van elkaar
groter dan de krachten los van elkaar
dat kun je niet weten
3) Bekijk de volgende twee uitspraken:
A: Bij het optellen van twee willekeurig gerichte krachten maakt het niet uit welke methode je gebruikt: de parallellogrammethode of de kop-staart-methode.
B: Bij het optellen van krachten die niet dezelfde werklijn hebben kun je gebruik maken van de krachtenschaal om de resultante kracht te berekenen.
Uitspraak A is juist
Uitspraak B is juist
Beide uitspraken zijn juist
Geen van beide uitspraken zijn juist
4) Josiah laat 2 honden uit, Buddy en Rex. Plotseling rennen de honden weg en trekken ze beiden precies in tegenovergestelde richting. Buddy trekt naar links met een kracht van 300 N. Rex trekt naar rechts met een kracht van 210 N. Welke kant wordt Josiah op getrokken?
Naar voren
Naar achteren
Naar links
Naar rechts
5) Bekijk de volgende uitspraak:
“Het optellen van krachten kan ook met meer dan 2 krachten”
Waar
Niet waar