§4: Golfgedrag van materie 1

1) Tussen het uitzenden en het detecteren van elektronen bij het dubbelspleetexperiment is er:

vooral sprake van het golfkarakter
vooral sprake van het deeltjeskarakter
sprake van zowel het deeltjes als het golfkarakter
geen van deze uitspraken is juist

2) Als elektronen worden gedetecteerd op het scherm bij het dubbelspleetexperiment dan is er:

vooral sprake van het golfkarakter
vooral sprake van het deeltjeskarakter
sprake van zowel het deeltjes als het golfkarakter
geen van deze uitspraken is juist

3) Bij het dubbelspleetexperiment met elektronen:

kun je bij één elektron al zien dat er sprake is van interferentie
kun je bij enkele elektronen al zien dat er sprake is van interferentie
kun je alleen bij een groot aantal elektronen een interferentiepatroon zien
is er alleen een interferentiepatroon als meerdere elektronen op hetzelfde moment door de dubbelspleet gaan

4) Als bij het dubbelspleetexperiment een detector wordt geplaatst die waarneemt door welke spleet het elektron of een foton is gegaan, dan:

verdwijnt het interferentiepatroon, zowel bij fotonen als bij elektronen
verdwijnt het interferentiepatroon bij elektronen maar niet bij fotonen
verdwijnt het interferentiepatroon bij fotonen maar niet bij elektronen
blijft het interferentiepatroon gewoon zichtbaar

5) Als bij een dubbelspleetexperiment een detector wordt geplaatst die waarneemt door welke spleet een elektron gaat dan:

verstoort de waarneming het golfpatroon van het elektron waardoor er geen interferentiepatroon verschijnt
is er geen interferentiepatroon meer zichtbaar
alle bovenstaande antwoorden zijn juist