![](/images/icons/icon-url.png)
§2 Troubleshooting
Situatiebeschrijving
Langs een snelweg staan om de $$100$$ meter paaltjes, die de plaats in kilometers weergeven. Op $$t = 0$$ s rijdt een auto met een constante snelheid van $$30$$ m/s lang kilometerpaaltje 2,1 ($$2100$$ m). Even later rijdt hij langs paaltje 2,0 ($$2000$$ m).
Open het programma Coach. Klik op "Modelleren" en kies "Modelleren in tekstomgeving". Als het goed is krijg je het scherm van hieronder.
![](/files/modelleren/coach7/leeg-model.png)
Kopieer de basisregels uit figuur 1 hieronder naar het modelvenster. Zet de regels onder model in het linker deel van het modelvenster en zet de startwaarden in het rechter deel.
MODEL | STARTWAARDEN |
---|---|
Fres = ... a = Fres / m dv = a * dt v = v + dv dx = v * dt x = x + dx t = t + dt | m = 'kg v = 'm/s x = 'm t = 0 's dt = 0,1 's (etc.) |
In de situatiebeschrijving staat dat er een constante snelheid is. Dit betekent dat de resulterende kracht $$0$$ is en dat het niet uitmaakt welke startwaarde je
m
geeft (zolang het maar géén $$0$$ is). Vul beide in. Vul ook de startwaarde voor x
in en t
in, en vul als startwaarde voor dt
in 0,1 's
. De accenten voor de eenheden betekenen dat het model dit niet gebruikt en dit is alleen voor je eigen geheugensteun. Je moet dus ook zelf letten op passende eenheden!
Nu moet je na gaan denken: welke startwaarde moet de snelheid hebben om te zorgen dat de plaats goed berekend gaat worden,
v = 30 'm/s
of v = -30 'm/s
? Kies de juiste en maak het model compleet.
Laat je model lopen door op de groene Start-knop te klikken:
. Als er niets gebeurt is het goed.
Krijg je een foutmelding, zie dan §2 Troubleshooting.
![](/files/modelleren/icon-start.png)
Krijg je een foutmelding, zie dan §2 Troubleshooting.
Maak nu een (x,t)-grafiek en een (v,t)-grafiek in Coach. Maak de grafieken volgens deze instructies:
- Maak grafiek 1: klik met rechtermuisknop op het lege scherm links onder. Kies "Diagram plaatsen". Kies "Nieuw diagram toevoegen...". Klik op de horizontale as en kies voor t. Let op: de t is bij natuurkunde (bijna) altijd op de horizontale as!
Voordat je een variabele kunt kiezen voor de verticale as moet je eerst in je modelvenster opklikken. Vink hier aan welke variabelen uit je model je wilt gebruiken in grafieken. Je kunt hier ook aangeven welke getallen je op de as wilt hebben staan. Pas t aan zodat de tijd in beeld komt van 0 tot 50 s.
Klik daarna in de grafiek op de linker verticale as en kies voor x. Stel het minimum in op 0 en het maximum op 2400 m. - Maak grafiek 2: maak nu in het andere lege scherm een (v,t)-diagram. Kies voor de horizontale as weer t en voor de verticale as v tussen -40 en 10 m/s.
- Veranderen van schaal: Wanneer je in een gemaakte grafiek klikt op de rechtermuisknop en kiest voor "Automatisch Zoomen" stelt coach zelf de waardes op de assen in. Dit gaat soms niet helemaal goed, omdat je niet altijd 0 meer ziet. Om terug te gaan klik je met de rechter muisknop en kies je uitzoomen. Je kunt ook inzoomen door met je muis te klikken en slepen wanneer je het vergrootglasje in beeld ziet. Selecteer dan het gebied wat je interessant vind.
Via rechtermuisknop op de grafiek en dan "Diagrameigenschappen" kun je ook de schaal instellen. Klik dan nogmaals in de grafiek op uitzoomen om die schaal in werking te stellen.
Je ziet dat het model stopt met rekenen bij $$t = 10$$ s. Dit komt omdat het model standaard stopt na 101 iteraties. Pas dit aan door op de
knop te klikken en kies voor het aantal iteraties 2000. Laat Coach het model opnieuw doorrekenen door op de
knop te drukken. Schets de nieuwe grafieken in je werkboek.
![](/files/modelleren/icon-meetinstellingen.png)
![](/files/modelleren/icon-start.png)
Schrijf het werkende model nu op in je werkboek.